Meteen naar de inhoud
Home » Sahih Bibliotheek » Sahih Series » Seerah Series » 18. ‘Vrees niet. Allah is met ons.’ – Seerah Series

18. ‘Vrees niet. Allah is met ons.’ – Seerah Series

Hidjra biografie leven van de Profeet Mohammed vrede zij met hem

De daadwerkelijke reis van Mekka naar Madinah is een reis vol wonderen. Deze epische reis heeft de Profeet ﷺ afgelegd met zijn geliefde metgezel Abu Bakr na 13 jaar de Mekkanen uitgenodigd te hebben tot de Islam. Het is de reis die voorgoed een verandering bracht in het leven van de Profeet ﷺ en de metgezellen die tot nu toe vervolgd werden. Het is de reis die al eeuwen daarvoor bekend was in andere religieuze tradities. Het werd reeds voorspeld door de monnik toen de Profeet ﷺ als twaalfjarige jongen onder de boom rustte in Jordanië. Het is voorspeld door Waraqah bin Nawfal toen hij zei ‘ze zullen je vervolgen’.

Het is de reis die de Profeet ﷺ pijn deed omdat hij Mekka moest verlaten, maar alleen voor de prachtige stad die hij daarna meer liefhad: de lichtgevende stad (al-Madinah al-Munawwarah).  Het is de grote kanteling in het leven van de Profeet ﷺ en in de geschiedenis van de mens. Niets zal meer hetzelfde zijn nu deze jonge islamitische gemeenschap aan het begin staat van wat een hele nieuwe Islamitsche Beschaving zal worden. Deze bijzondere reis zullen wij meemaken via de woorden van Ustadh Tasneem Sadiq.

maxresdefault

18.1 Tranen van blijdschap

Er zijn 53 jaren van het leven van de Profeet ﷺ reeds behandeld in de lessen. De Profeet ﷺ had toestemming gegeven om in Medina het Jummah gebed te verrichten in zijn afwezigheid, al voor de Profeet ﷺ arriveerde na de Hijrah. Het grootste gedeelte was al vertrokken en de Profeet ﷺ ging als één van de laatste. Ondertussen wachtte Abu Bakr op toestemming van de Profeet ﷺ om ook te vertrekken. Abu Bakr benutte deze tijd met het voorbereiden op de reis door twee kamelen te kopen. Ook heeft hij de diensten ingehuurd van een expert van de wegen naar Medina toe. De Profeet ﷺ kwam vroeg in de ochtend naar Abu Bakr toe en vroeg of er geen mensen in het huis waren, zodat zij alleen konden zijn. Alleen de dochters van Abu Bakr waren er. De Profeet ﷺ zei: ‘Allah (swt) heeft mij toestemming gegeven om de Hijrah te verrichten.’ Abu Bakr vroeg: ‘Heb ik toestemming om U gezelschap te houden?’ De Profeet ﷺ antwoordde: ‘Ja, je hebt toestemming.’ Aisha zei: ‘Tot die dag had ik geen enkel besef dat mensen konden huilen uit immense blijdschap’

De familie en het huis van Abu Bakr hebben een gouden rol gespeeld in het faciliteren van de Hijrah van de Profeet ﷺ. Abu Bakr was de enige die met de Profeet ﷺ mocht reizen. Het effect van twee weken alleen reizen met de Profeet ﷺ was dat mensen op het eerste gezicht geen verschil konden maken tussen de Profeet ﷺ en Abu Bakr. Om verwarring te voorkomen heeft Abu Bakr zijn kleed over het hoofd van de Profeet ﷺ gezet.

18.2 Wie is de gelijke van Ali ibn Abi Talib?

De mushrikeen hadden zeven mannen gekozen, uit elke stam één, die krachtig en sterk waren en bekend stonden om hun bruutheid op het slachtveld. Zij omsingelden het huis van de Profeet ﷺ en in de ochtend zouden zij tegelijk een aanval uitvoeren. Toen het donker werd reciteerde de Profeet ﷺ Surah Yasin. De Profeet ﷺ had voor het slapen een groen Jemenitisch kleed. Hij gaf het kleed aan Ali, zodat zij zouden denken dat hij ﷺ het was. Ondanks de vijandigheid van de Mekkanen hadden zij nog hun bezittingen in bewaring gesteld bij de Profeet ﷺ en onze meester Ali is aangesteld om achter te blijven om deze bezittingen terug te geven. Ali vertelde dat hij nog nooit zo goed heeft geslapen als die nacht. Allah (swt) stuurde Jibrail (as) om aan de hoofdkant van Ali te staan en Mikail (as) aan de voetenkant. Er werd toen tegen Ali gezegd: “Wie is jouw gelijke? Allah (swt) is momenteel trots te midden van de Engelen.” De Profeet ﷺ ging naar buiten en greep een handjevol zand welke hij vervolgens gooide naar de hoofden van de zeven mannen tijdens het reciteren van Surah Yasin. Zij hoorden en zagen niets meer en de Profeet ﷺ liep zo door hen heen naar het huis van Abu Bakr .

Ali ibn Abi Talib

18.3 De Profeet ﷺ en Abu Bakr verlaten Madina

Bij vrijwel elke stap van de Profeet ﷺ waren er wonderen in de Hijrah. De Profeet ﷺ en Abu Bakr liepen via zijn achterdeur het huis uit richting de grot Thawr. De strategie was dat men zou denken dat zij vertrokken waren richting het noorden. Ter misleiding liepen zij naar het zuiden. Abu Bakr liep soms voor de Profeet ﷺ, soms achter hem, omdat hij constant alles in de gaten wilde houden ter veiligheid. Ondertussen hadden de kuffar en mushrikeen door dat de Profeet ﷺ weg was en gingen naar het huis van Abu Bakr. Er werd opengedaan door zijn kinderen en er werd hen verteld dat ze geen idee hebben waar hun vader is. Abu Jahl gaf een klap in het gezicht van de dochter van Abu Bakr, zo hard dat de oorbellen uit de oren vielen en zij bloedend werd achter gelaten. De persoon die Abu Bakr dood of levend zou vinden zou 100 kamelen uitgeloofd worden. Men ging op zoek om de sporen te volgen en hem over te leveren.

De status van onze meester Abu Bakr

Eenmaal aangekomen bij de grot Thawr wilde Abu Bakr eerst de grot schoonmaken met zijn handen. De gaten veegde hij dicht en er bleef één gat over dat hij dichtte met zijn hiel/teen. De Profeet ﷺ werd binnen geroepen en sliep met zijn hoofd in de schoot van Abu Bakr. Het gat van de hiel was een doorgang van een slang die Abu Bakr beet. Hij bleef stil zitten, omdat de Profeet ﷺ aan het slapen was. Wel liet hij een traan van de pijn vallen, waardoor de Profeet ﷺ wakker werd en vroeg wat er aan de hand was. Toen Abu Bakr het vertelde gebruikte de Profeet ﷺ zijn saliva om zijn voet te helen van de beet en hij deed vervolgens dua dat Abu Bakr overal mag zijn waar de Profeet ﷺ is op deze wereld en in het Hiernamaals. ‘Umar zweerde bij Allah dat die nacht meer waard zou zijn dan zijn gehele familie bij elkaar.

‘Vrees niet, Allah is met ons.’

Ummayah bin Khalaf en zijn vrienden waren op zoek naar de Profeet ﷺ en Abu Bakr. Ze naderden de grot waar zij in zaten. Ummayah bin Khalaf zag dat een spin zijn web had gesponnen en dat er een nestje was gemaakt met een duif en een ei erin. Het leek dus onmogelijk dat iemand de grot in was gegaan. Abu Bakr vreesde heel erg voor het leven van de Profeet ﷺ en moest hierom huilen. Abu Bakr zei: ‘Ik vrees voor uw volk dat zij U iets aan zullen doen. De Profeet ﷺ glimlachte en zei: Vrees niet, Allah (swt) is met ons. Dit zijn zulke rustgevende woorden op momenten van vrees dat deze zijn opgenomen in de Koran. Met het uitspreken van deze woorden liet Allah (swt) een enorme rust op Abu Bakr neerdalen en al zijn vrees, zorgen en verdriet verdwenen waardoor hij in een staat van rust (sakeena) verkeerde. Dit is een immense staat die ook jij kunt bereiken na een fase van spirituele ontwikkeling.

Abu Bakr

Het verblijf in de grot Thawr

Drie dagen lang bleven zij in de grot Thawr. De zoon van Abu Bakr kwam elke dag met nieuws uit Mekka en bracht de benodigde spullen. Wanneer er weinig mensen waren reisde hij naar hen en kwam voor de ochtend weer terug zodat niemand in de gaten had dat hij gereisd had. De dienaar van Abu Bakr, die geitenhoeder was, kwam altijd naar de grot Thawr en liet de geiten rondlopen om de sporen van Abu Bakr te laten wegvagen en ze kregen melk. Asma bint Abu Bakr kwam ook in de avond en bracht altijd eten mee. De hele familie had zich helemaal ten doel gesteld om te zorgen voor de Profeet ﷺ en Abu Bakr. Na drie dagen kwam de persoon die ingehuurd was voor de diensten om de weg te wijzen.

Abu Bakrs dochter Asma kwam met proviand maar had niets bij zich om dat vast te binden. Ze pakte haar riem van stof en scheurde het doormidden. De ene helft gebruikte zij als riem en met de andere helft bond zij de proviand vast. Dat moment kreeg zij de naam “Zij met de twee riemen”. De Profeet ﷺ zei: ‘Ik stap niet op een kameel die niet van mij is.’ Abu Bakr zei: ‘Het is van U.’ De Profeet ﷺ vroeg de prijs, kocht de kameel van Abu Bakr en ondernam de reis op zijn eigen rijdier. Al Juda’a of Qiswah was de naam van de kameel. Op de eerste dag van de maand Rabi ul Awwal, op een vrijdag, reisden ze af van Mekka naar Thawr en op de derde dag van Rabi ul Awwal, op een maandag naar Medina.

De kleine karavaan bestond uit de Profeet ﷺ, Abu Bakr, zijn werker en de gids (Abdullah bin Urqut). De gids koos tot vier keer toe een alternatieve weg van de hoofdroute. Het was een weg die nauwelijks gekend was. Elke keer wanneer er mensen onderweg waren werd er gevraagd aan Abu Bakr wie deze heilige persoon was. “Dat is een persoon die mij de weg wijst” refererend naar de weg van de Iman. Onderweg kwamen zij bij een plek waar het huis van Umm Ma’bat gelegen was, waar een oude vrouw van uit de Khuza’a stam. Ze was erg gastvrij waar mensen van haar stam ook bekend om stonden. De Profeet ﷺ vroeg haar of ze wat melk te drinken had. Zij zei verontschuldigend: ‘O vreemdelingen, mijn man is weg met mijn veestapel. Het enige wat ik heb is een geit die geen melk kan geven. De Profeet ﷺ vroeg haar de geit te halen. Hij ﷺ hief zijn handen op en zei: ‘O Allah (swt) zegen onze geiten omwille van ons.’ Niet veel later begon er melk te ontstaan in de uiers van de geit waardoor de geit zelfs met wijde benen moest staan. De Profeet ﷺ gaf als eerst Umm Ma’bat te drinken, daarna gaf hij te drinken aan de Sahaba. Ten slotte dronk hij, met de woorden: ‘Diegene die zijn volk dient drinkt altijd als laatste.’

Toen haar man thuis kwam zag hij dat alle potten en pannen vol met melk zaten. De geit die zo zwak was gaf nu melk, hij vroeg zijn vrouw wat er aan de hand was. Zij vertelde alles over de gebeurtenissen. In sommige overleveringen verbleef de Profeet ﷺ één of drie dagen. Zij gaf een bijnaam aan de Profeet ﷺ ‘al Mubarak’ (de Gezegende). Toen de Profeet ﷺ verder was getrokken bleven er zoveel zegeningen waaronder veel rijkdom. Zij beschreef de Profeet ﷺ aan haar man. Diezelfde omschrijving is ook opgenomen in een Hadith. Hij ﷺ was een stil iemand, maar zijn stilte straalde uit in Majesteitelijkheid. Later accepteerden zij ook de Islam en zijn boodschap. Zij ging later naar de Profeet ﷺ waar zij veel cadeaus mee kreeg. Men vroeg haar of de Profeet ﷺ langs was geweest en zij antwoordde daarop: ‘Alleen degene die verdorde geiten weer springlevend maakt.’

18.4 Suraqa ibn Malik en het wonder van de Profeet ﷺ

Suraqa ibn Malik, één van de leiders in Mekka hoorde dat de heilige karavaan gespot was. Hij deed alsof hij niet op de hoogte was en ging zelf op zoek naar de Profeet ﷺ en Abu Bakr met een eigen groep om die 100 kamelen als beloning te krijgen. Hij kwam van achter en Abu Bakr zag hem aankomen. Hij pakte een speer, waar de woorden ‘niet doen’ op verscheen. Hij negeerde het en ging toch afschieten. De volgende speer had weer de woorden ‘niet doen’ erop. Alle andere keren lukte het afschieten niet. De hoeven van zijn rijdier zakten in en hij kwam niet verder. Hij besloot toen om naar de Profeet ﷺ toe te gaan. Suraqa zei: ‘Werpt u uw blik naar mij. Ik zweer bij Allah (swt), ik kom niet om u pijn te doen noch zal ik toestaan dat anderen u pijn zullen doen.’

Toen hij dat zei werd Abu Bakr gestuurd om te vragen wat hij wil. Hij zei: ‘Ik kom alleen om u te waarschuwen dat er 100 kamelen als beloning zijn gesteld voor degene die jullie vindt.’ Suraqa gaf zijn bezittingen aan de Profeet ﷺ , waarna hij aangaf dat hij zelf genoeg had. ‘Laat ons met rust en vertel niemand waar wij zijn.’ Suraqa ging in op het verzoek en deed zelf een verzoek. Hij zei: ‘Schrijft u op dat wanneer u aan de macht bent, dat ik in alle vrijheid mag leven onder uw heerschappij.’ De gedachte begon dus te heersen in het Arabisch Schiereiland dat de Profeet ﷺ ook daadwerkelijk de meest machtige man zou worden. Toen Suraqa weg wilde lopen werd hij terug geroepen door de Profeet ﷺ.

Hij ﷺ zei: ‘O Suraqa, wat zal jouw staat van welbevinden zijn als je de armbanden van de keizer van het Perzische Rijk zal dragen?’ Vele jaren later in het Khalifaat van Umar ibn al Khattab toen het Perzische Rijk werd verslagen, kwamen bezittingen van de keizer als oorlogsbuit in de handen van de moslims. Umar pakte deze armbanden en gaf het aan Suraqa om te dragen. Suraqa zei: ‘Alle lof is aan Allah, diegene die de armbanden heeft weggehaald van diegene die altijd zei: ‘Ik ben de heer van de mensen’ en om de armen van Suraqa bin Malik heeft geplaatst.’ Dit moment zag de Profeet ﷺ al tijdens de grote emigratie aankomen!

Suraqa had later de Islam geaccepteerd. Hij ging naar huis met de brief in zijn handen. Toen hij later naar de Profeet ﷺ ging, werd hij weggeduwd door de speren van de beschermers. Hij zag het scheenbeen van de Profeet ﷺ schijnend. Suraqa ging naar de Profeet ﷺ met de brief. Hij deed toen de Shahada (geloofsgetuigenis) en accepteerde de Islam.

Onderweg tijdens de Hijrah kwam de heilige karavaan een herder tegen. Er was een schaap dat geen melk gaf en de Profeet ﷺ wreef over de uiers en het schaap begon melk te geven. De herder zei: ‘Wie bent u? Ik heb nog nooit zo iemand als u gezien.’ De Profeet ﷺ zei: ‘Hou het geheim over wie ik ﷺ ben.’ Toen de herder dat hoorde sprak hij zijn Shahada uit. Hij vroeg ook direct om met de Hijrah mee te doen, maar de Profeet ﷺ zei: ‘Jij bent daartoe nog niet in staat. Pas als jou het nieuws bereikt dat ik ﷺ de overwinnaar ben, dan moet je naar Medina komen.’ Onderweg kwam hij ﷺ nog twee karavanen tegen. De Profeet ﷺ kreeg witte kleden als cadeau en vervolgde zijn weg naar Medina.

Burayda, één van de bewoners van de buitenwijken van Medina, nam 70 man mee om een aanval te plegen op de Profeet ﷺ. Burayda stopte op een gegeven moment en werd gevraagd wie hij is. De Profeet ﷺ zei tegen Abu Bakr: ‘Wij staan op het punt om veiligheid te bereiken’ en draaide zich weer om naar Burayda en vroeg hem uit welke stam hij kwam. De stam heette Aslam. De Profeet ﷺ zei tegen Abu Bakr: ‘Wij zijn nu in veiligheid, jij hebt nu gewonnen.’ Burayda voelde dat er iets veranderde in hem en hij vroeg aan de Profeet ﷺ: ‘Wie bent u dan?’ Hij ﷺ antwoordde toen dat hij de Profeet ﷺ is. Burayda accepteerde de Islam en sprak samen met de 70 andere mannen met hem de Shahada uit. Hij zei: ‘Het betaamd U niet de stad binnen te gaan zonder een vlag.’ Burayda nam zijn tulband, zeggende: ‘Dat is de eer van een persoon’ en dat werd gebruikt als vlag van de Profeet ﷺ.

18.5 De heilige karavaan bereikt Madina

In de ochtend bij de plek van Quba waren zowel moslims als niet-moslims bijeengekomen. Er was al de verwachting dat de Profeet ﷺ de heerschappij zou krijgen over Yathrib/Medina. En de mensen stonden altijd op de uitkijk. Een joodse stam zag op een dag de stoet aankomen en riep met een harde stem: ‘O Arabieren, daar komt de persoon aan waar jullie met smart op aan het wachten zijn.’ Het was alsof er een bliksemschicht door Medina heen ging en de moslims begonnen elkaar te feliciteren. Ze waren met veel vreugde de Profeet ﷺ aan het opwachten. Op maandag de twaalfde van Rabi ul Awwal bereikte de heilige karavaan Quba, op 20 december 626 van de Christelijke jaartelling.

Op deze plek legde de Profeet ﷺ het fundament van Masjid Quba. Dit was de eerste moskee in de geschiedenis van de Islam. De Profeet ﷺ droeg zelf zeer zware stenen om de moskee te bouwen en anderen wilden het overnemen, maar hen werd verteld zelf ook een even zware steen mee te nemen. Deze moskee is de moskee waarvan het fundament is gebouwd op het fundament van Taqwa. Deze moskee heeft het meeste recht om je gebed in te verrichten. Hier bevinden zich personen die ervan houden om zich te reinigen en Allah houdt van diegenen die zich reinigen. Twee raka’aat bidden in Masjid Quba is alsof je een gehele Umrah hebt gedaan. Het was routine van de Profeet ﷺ op de zaterdagen naar Masjid Quba te gaan om Nawafil te bidden. De Profeet ﷺ bleef ongeveer tien dagen in Quba. Na tien dagen werd er de opdracht gegeven om naar Medina te gaan. De mensen van Quba waren verdrietig en vroegen waarom de Profeet ﷺ weer weg ging. Hij zei: ‘Mij is opgedragen om weg te trekken naar de plek die het meest geëerde is op deze hele aarde.’ Op vrijdag nam de Profeet ﷺ weer plaats op Qiswah. Alle moslims verzamelden zich, pakten hun wapens en trokken weer richting Yathrib. De Sahaba rondom de Profeet ﷺ probeerden de teugels van zijn rijdier te pakken te krijgen.

Feestelijke ontvangst in Medina

De Profeet ﷺ kwam aan in Medina, het was tijd voor het Jummah gebed en daar was ook de eerste Khutba gegeven. De mensen daar vroegen of de Profeet ﷺ in die wijk kon blijven en hij glimlachte en zei: ‘Laat de weg vrij voor mijn rijdier, want hij heeft de opdracht gekregen om te gaan waar hij moet gaan.’ Vele invloedrijke mensen in Madina boden de Profeet ﷺ onderdak aan. Allah (swt) heeft besloten waar het rijdier zal gaan. Iedereen vroeg naar de komst en het verblijf van de Profeet ﷺ. De mensen in Medina die zich hadden teruggetrokken kwamen ook naar buiten om te vragen wie de Profeet ﷺ is. Nooit eerder is er zo een gebeurtenis geweest zoals de verwelkoming van de Profeet ﷺ. De dochters van Banu Jar zongen Tala al Badru Alayna:

‘De schijnende maan is over ons heen gekomen
uit de bergtoppen van de vallei.
Het is voor ons verplicht geworden om dank te betuigen
aan de Boodschapper die met een Boodschap is gekomen.
Oh U die is gezonden met een bevel
waar we niets anders kunnen doen dan die te volgen.
U heeft Madinah eer en respect gegeven.
Oh welkom diegene die gekomen is met de beste Boodschap ooit.’

De Profeet ﷺ liep naar deze meisjes toe en vroeg: ‘Houden jullie van mij?’ En zij zeiden: ‘Ja wij houden van u.’ De Profeet ﷺ zei tot driemaal toe: ‘Ik zweer bij Allah (swt), ik hou van jullie.’

De dans uit Habasha in Madina

De mensen van Habasha voerden een dans op met hun speren als teken van verwelkoming. Nog nooit werden de mensen van Medina zo blij gezien als de dag waarop de Profeet ﷺ Medina binnentrad. De Profeet ﷺ had de teugels inmiddels helemaal losgelaten, waarna het rijdier ging zitten en haar nek neerlegde op de grond. Het rijdier gaf daarmee aan dat de Profeet ﷺ kon afstappen. Ayyub al Ansari kwam naar deze open plek want zijn huis was het dichtstbij. De Profeet ﷺ stapte af en trok in het huis van onze meester Ayyub al Ansari. Er waren twee verdiepingen. De Profeet ﷺ ging eerst naar de begane grond. Ayyub al Ansari vond het moeilijk om op de eerste verdieping te zijn en boven de Profeet ﷺ te lopen. Hij liep op zijn verdieping altijd langs de muren om niet boven de Profeet ﷺ te lopen. Een vaas met water viel kapot, waarna hij zo snel mogelijk probeerde alles op te ruimen en het water door zou sijpelen. Ayyub al Ansari deed op een gegeven moment het verzoek dat ze ruilen van verdieping en de Profeet ﷺ willigde het verzoek in. De tweede maand van het verblijf ging de Profeet ﷺ naar boven. De Profeet ﷺ verbleef zeven maanden in het huis. Elke dag waren er wel Sahaba die eten brachten naar de Profeet ﷺ. Zaid ibn Thabit staat bekend als diegene die als eerste eten mocht geven genaamd Tharith; een mix van deeg, graan en boter. Zijn moeder had het gemaakt. De Profeet ﷺ nam het aan en zei: ‘Moge hierin heel veel barakah zijn van Allah (swt).’ Ayyub al Ansari at altijd wat overbleef en at altijd daar waar de Profeet ﷺ had gegeten met zijn vingers.

18.6 Een oude brief gericht aan de Boodschapper van Allah ﷺ

Het huis van Ayyub al Ansari is bijzonder en de historie ervan gaat 1000 jaar terug. Yathrib was een plek met alleen een waterput. Koning Tuba nam altijd joodse geleerden mee tijdens zijn tochten. Toen waren er 400 geleerden. Ze kwamen eerst bij Mekka en vandaar uit gingen ze via het Noorden naar Yathrib bij de waterput. Daar was een kamp en toen zij weggingen weigerden de joodse geleerden weg te gaan. Zij wisten dat hier de laatste Profeet ﷺ zal komen en zij herkenden al de tekenen. Zij wilden wachten en Koning Tuba bleef ook voor een jaar. Hij liet daar huizen bouwen voor de 400 geleerden en liet hen trouwen. Eén huis werd gebouwd voor de Profeet ﷺ en hij schreef een brief voor de laatste Profeet ﷺ met daarin opgenomen dat dit zijn brief is aan Mohammed de Boodschapper van Allah ﷺ. Koning Tuba wilde de Profeet ﷺ ontmoeten, maar als dat niet mogelijk was dan wenste hij dat de Profeet ﷺ voorspraak voor hem zou doen op de Dag des Oordeels. Onderweg kwam de Profeet ﷺ een persoon tegen en vroeg of deze persoon een brief bij zich had. De Profeet ﷺ vroeg naar de brief en gaf aan dat Hij de Profeet ﷺ is. Het huis van Ayyub was van één van de nakomelingen van Koning Tuba en dat was het huis waar de Profeet ﷺ zeven maanden verbleef. Met andere woorden; dat was zijn eigen huis dat al gebouwd was voor hem ﷺ.

De boodschap was van Afrika tot China verspreid in slechts een periode van tien jaar. Dat is het belang van Hijrah, als het met oprechtheid gebeurt, fysiek maar ook spiritueel en emotioneel. De Hijrah brengt enorme groei met zich mee. Het fysieke is er niet meer, maar het spirituele wel. Jouw intensiteit en loyaliteit bepaald welke groei je hierin meekrijgt. Dit is de Hijrah van het slechte naar het goede. ’O Allah (swt) open voor ons de deuren en schenk ons de overwinningen die zij hebben behaald in Ma’rifa van Allah (swt) in bestendiging met liefde en groei naar Allah (swt) en de Profeet ﷺ.’ Jouw loyaliteit naar de Profeet ﷺ bepaald de mate waarin deuren open gaan. De zegeningen van de Hijrah bestaan nog steeds met oprechtheid en loyaliteit.

 

Auteursprofiel

1 reactie op “18. ‘Vrees niet. Allah is met ons.’ – Seerah Series”

  1. Pingback: Islamitisch Nieuwjaar - Muharram 2015

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *