Meteen naar de inhoud
Home » Sahih Bibliotheek » Maliki’s en de Mawlid: de kwestie van Ibn al-Hajj al-Maliki (d. 737 AH / 1336 AD)

Maliki’s en de Mawlid: de kwestie van Ibn al-Hajj al-Maliki (d. 737 AH / 1336 AD)

Maliki School

Inmiddels is de toelaatbaarheid van het vieren van de geboortedag van de Profeet ﷺ bewezen aan de hand van de Qoran, Soennah, de algemene regels van de religie en meer dan honderd geleerden. Als laatste reactie hierop noemen de tegenstanders altijd drie soennitische geleerden die, als uitzondering op vrijwel alle andere geleerden, tegen de Mawlid zouden zijn.

Het betreft de geleerden:

  • Ibn al-Hajj al-Maliki (d. 737 AH / 1336 AD)
  • Abu Ishaq al-Shaatibi al-Ash’ari (d.790 AH / 1388 AD)
  • Taj al-Din al-Fakihani (d. 734 AH / d. 1334 AD)

Het standpunt van Ibn al-Hajj al-Maliki

Beginnend bij de Malikitische Ash’ari en Sufi Imam: ibn al-Hajj. Om direct tot de kern te komen: Imam ibn al-Hajj is niet tegen het vieren van Mawlid! Hij spreekt op meerdere plekken over de Mawlid. Eerst lijkt hij fel tegen zijn. Dat kan ertoe leiden dat iemand denkt dat Ibn al-Hajj er volledig tegen is. In een andere passage geeft Imam Ibn al-Hajj uitgebreid aan hoe speciaal deze maand is. Hoe zijn deze twee ogenschijnlijk tegenstrijdige uitingen te verenigen?

Waar is Ibn al-Hajj precies tegen?

Wanneer de Imam de Mawlid bekritiseert dan is dit “li ghayrihi”: vanwege een bijkomende zaak, die in beginsel los staat van de Mawlid en niet is toegestaan. Het ging hem vooral om het gebruik van specifieke muziekinstrumenten, dansen, mixen van mannen en vrouwen en enkele andere zaken. Het gaat dus niet om de Mawlid zelf, maar het uitvoeren hiervan op een manier die, volgens ibn al-Hajj, verboden zaken zou bevatten. Daarom noemt de Imam die paragraaf ook: ‘Paragraaf over wat er allemaal aan slechte innovaties wordt gedaan tijdens de Mawlid….’

Wanneer een groep mensen mensen bijvoorbeeld tijdens het vrijdagsgebed massaal bier gaan drinken, dan is dit natuurlijk verboden. Maar het drinken van bier is verboden, niet het vrijdag gebed. Dat is net zo met de Mawlid: wanneer er expliciet verboden zaken plaatsvinden tijdens de Mawlid dan zijn die zaken verboden en niet de Mawlid zelf. Ibn al-Hajj is tegen de verboden zaken in zo’n Mawlid, maar niet tegen de Mawlid zelf.

De zegeningen van Mawlid

Hij zegt namelijk:

‎وكان يجب أن يزاد فيه من العبادة والخير شكرا للمولى على ما أولانا به من هذه النعم العظيمة، وإن كان النبي صلى االله عليه وسلم لم يزد فيه على غيره من الشهور شـيئا مـن العبادات، وما ذاك إلا لرحمته صلى االله عليه وسلم لأمته ورفقه ﺑﻬم، لأنه عليه الصلاة والسلام كان يترك العمل خشية أن يفرض على أمته رحمة منه ﺑﻬـم، لكن أشار عليه السلام إلى فضيلة هذا الشهر العظيم بقوله للسائل الذي سأله عن صوم يوم الاثنين: )ذاك يوم ولدت فيه“

“Het is noodzakelijk om in deze maand te vermeerderen in aanbiddingen en goede zaken, uit dankbaarheid jegens Allah voor deze immense gunst (de Profeet ﷺ). Ook al heeft de Profeet ﷺ in deze maand niet meer aanbiddingen gedaan dan in andere maanden. Maar dat is slechts zijn barmhartigheid en zachtaardigheid tegenover zijn gemeenschap. Want hij ﷺ had de gewoonte om daden te laten omdat hij ﷺ uit vrees was dat deze daden verplicht zouden worden op de Oemmah, uit genade van hem ﷺ voor hen! Toch wees hij ﷺ op voortreffelijkheid van deze grootse maand in zijn antwoord op de vrager die vroeg waarom hij ﷺ vastte op maandag: ‘dit is de dag waarop ik ben geboren’. “ [1]al-Madkhal

Imam al-Hajj over het laten van de Profeet ﷺ

Merk op dat Imam Ibn al-Hajj zegt dat de Profeet ﷺ daden liet uit angst voor dat het te zwaar zou zijn voor de gemeenschap als die daden verplicht zouden worden gesteld. Dit is ook weer een bewijs dat wanneer de Profeet ﷺ iets laat, die gelaten daad niet per se verboden is. Wat ook aangeeft dat Ibn al-Hajj iets wat de Profeet ﷺ liet, niet beschouwt als een slechte innovatie.

Bovendien zijn de bovenstaande woorden van Ibn al-Hajj ook een antwoord op het vertrekpunt van sommigen dat de maand waarin de Profeet ﷺ werd geboren niets speciaals heeft. Dat heeft het dus wel.

Imam al-Suyuti heeft het standpunt van Ibn al-Hajj uitgebreid behandeld in zijn boek, waar hij noemt dat Ibn al-Hajj ongeveer 44 pagina’s weidt aan het onderwerp. Naast het bevestigen van het bovenstaande zegt al-Suyuti dat er een tegenstrijdigheid te vinden is in de woorden die worden toegeschreven aan Ibn al-Hajj.

Conclusie over Ibn al-Hajj

Terugkomend op het hoofdonderwerp van deze post. Ibn al-Hajj was niet tegen het vieren van de Mawlid, maar hij was tegen enkele zaken die gebeurden tijdens de Mawlids in zijn tijd.

Uitwegen van de salafisten: al-Shaatibi’s uitleg van Innovatie

Als laatste en enige uitweg hebben de salafisten alleen nog Imam al-Shaatibi, wiens opvatting van innovatie zij verkeerd begrijpen en als basis nemen voor hun opvatting dat er alleen slechte innovaties bestaan. Wat een misvatting over al-Shaatibi! Om hier goed op te reageren, werken we aan een uitgebreid artikel over het onderwerp van Innovatie (Bid’ah). Dat wordt in de toekomst gepubliceerd, in sha Allah.

Hun leiders in dit thema zijn enkele zeer recente geleerden, zoals Muhammad al-Shawkani (d, 1834 AD), Amir al-San’ani (d. 1768 AD), ‘Abd al-‘Aziz ibn Baz (d. 1999 AD) en Muhammad ibn Uthaymin (d. 2001 AD). Zij gebruiken allen een misvatting van al-Shaatibi’s definitie van innovatie en gebruiken dit om de Qoran en de Soennah op dit onderwerp te interpreteren. Je kan beter zeggen dat de salafisten meer al-Shaatibi gebruiken dan de Qoran en de Hadith. Wordt vervolgd insha Allah.

En Allah weet het beste.

Voetnoten

Voetnoten
1 al-Madkhal

1 reactie op “Maliki’s en de Mawlid: de kwestie van Ibn al-Hajj al-Maliki (d. 737 AH / 1336 AD)”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *